
Kathleen is mama van Clara (4 jaar).
Clara is een kleuter van vier jaar oud. Mama Kathleen maakt zich zorgen en vraagt het volgende:
‘De kleutertijd is in mijn ogen een tijd van onbezonnenheid. Je speelt, lacht en maakt je nog weinig zorgen. Clara is echter vaak verdrietig en bezorgd. Ze laat zich mijn inziens niet volledig vrij om zelf nieuwe dingen te ontdekken. Ze is terughoudend en zal vaak aangeven ‘Ik kan het niet’.
Ik vind dat zelf heel lastig om zien’, zegt mama Kathleen. Ik weet immers zeker dat ze het wel kan. De klasjuf ziet daardoor niet welk potentieel Clara heeft en zij kan zich niet ten volle ontplooien op school.
Hoe kan ik Clara meer zelfvertrouwen geven en ervoor zorgen dat ze durft te starten aan een taak?
'De kleutertijd hoort een tijd van onbezonnenheid te zijn.'
Laten we starten bij de vraag:
"Hoe ziet een kleuter dit?"
Clara is een kleuter die nog onvoldoende vertrouwen lijkt te hebben in haar eigen kunnen. Ze focust spontaan op het eindresultaat en wanneer het eindpunt niet te voorspellen is, zal ze uitgaan van het negatieve. Ze durft niet te voorspellen en durft niet blind te springen.
Clara kijkt niet naar het gehele plaatje. Ze kijkt naar de pijnpunten en blokkeert op dat wat mogelijk een overspoelende emotie teweeg brengt. Een kleuter heeft vaak nog weinig notie over zijn sterkte-zwakte profiel. De bewustwording en aanvaarding hiervan duurt een hele tijd.
Kleuters die ongeremder zijn ervaren echter veel verschillende situaties en komen zo vaak sneller tot die zelfkennis en slotsom van talenten en moeilijkheden.
Clara gaat er onbewust van uit dat zij taken niet tot een goed einde brengt en daar enkel geraakt door de ondersteuning en hulp van anderen. Wanneer die hulp niet meteen zich aandient, wordt ze overspoeld door emotie en denkt zij zelf geen andere oplossing te kennen.
5 tips om zelf mee aan de slag te gaan.
1. Benoem talenten en moeilijkheden.
Ga dagelijks talenten en moeilijkheden bij zowel de kleuter als de steunfiguren benoemen. Doe dit op een niet-veroordelende manier en maak het benoemen ervan heel gewoon en neutraal. Ieder van ons heeft taken die heel makkelijk lukken en taken die ze net iets moeizamer kunnen. We hebben superkrachten die nog weinig oefening vragen en (super)krachten die nog moeten groeien. Jij als ouder bijvoorbeeld kan dan wel al heel goed fietsen, maar om tien kilometer te kunnen lopen, moet je ook nog trainen.
2. Aanvaard het stapsgewijze leerproces.
Zonder een stapsgewijs leerproces is het vaak onmogelijk om te groeien en dat einddoel te bereiken.
Een baby leert stappen door zich recht te trekken en één stap te zetten om vervolgens terug neer te vallen. Dat zien we niet als falen, maar juichen we toe alsof er een net wereldwonder gebeurde. Enkel door dit proces te aanvaarden, te blijven toejuichen en toe te spreken op het doorzetten zonder focus op het eindresultaat, kunnen we groeien. Je hoeft niet onnatuurlijk de loftrompet bij elke kleine stap boven te halen, maar aandacht bij de tussentijdse mini-successen zorgt wel voor meer focus op het leerproces.
3. Benoem het gevoel.
Benoem luidop het angstig en onzeker gevoel bij jouw kleuter en koppel het los van de vastgeroeste gedachte ‘ik kan het niet’. Een naam geven aan dat overweldigende gevoel, is een eerste stap om het vast te pakken en te leren kennen. Zeg dus luidop: ‘je bent bang he? Heel bang precies, dat is geen leuk gevoel voor jou.’
4. Vertraag.
Breng rust en vertraag. Leef zelf het proces voor door niet meteen te overtuigen dat hij het wel kan of dat welke actie er moet genomen worden. Sta stil bij dat overspoelende gevoel en de bijhorende blokkerende gedachten. Probeer allereerst dat gevoel te verminderen door samen die rust te zoeken. Of met andere woorden het gevoel van jouw kind te co-reguleren.
5. Vergroot stapsgewijs de zelfstandigheid.
Is de rust wat terug gekeerd? Start dan pas met samen acties te ondernemen en vergroot stapsgewijs de zelfstandigheid daarbij.
Zo is de eerste doelstelling een taak durven aanvatten en is de uiteindelijke doelstelling een taak helemaal zelfstandig aanvatten. Hoeveel tussenstappen daarbij nodig zijn, kan je enkel weten door af te stemmen op de noden van jouw kleuter en dit samen te ervaren, opnieuw en opnieuw.
6. Sta model.
Sta model en focus zelf op het positieve, de zogezegde uitzondering of de ogenschijnlijk onbelangrijke stap die wel al lukt.
Zo kan je bij de start van een puzzel die niet lijkt te lukken, benoemen dat het wel heel goed gelukt is om alle puzzelstukken met de prent naar boven te leggen. Zo zien we goed wat er allemaal voorhanden is. Voor de volgende stappen geef je meer nabijheid en leef je de tussenstappen voor, zonder het volledig over te nemen. Niemand kan een puzzel meteen maken. Keer op keer uitproberen is de enige manier en is meer dan oké, zeg je dan als boodschap. Want in het voorbeeld van de puzzel probeert immers iedereen eerst de hoeken te vinden of eerst het hoofdpersonage te maken, om dan pas weer te kijken wat lukt met de overige stukken.
Deze week met gratis spelfiche!
Wil je graag onmiddellijk starten met het oefenen van deze groeitaal? Ga samen aan de slag met deze leuke puzzel van de Junglemaatjes!
Graag, stuur maar op!
Wil je graag eerdere artikels lezen?